We gingen op walvisjacht en vonden…

23 juni 2018 - Digby, Canada

Om maar meteen met wat opheldering te komen; we gingen natuurlijk niet écht op walvisjacht, maar we gingen een poging wagen om walvissen te spotten. Waarschijnlijk was dat allang duidelijk, maar hé je weet maar nooit. Maar voordat we dat gingen doen, eerst even terug naar vanochtend…

Als we wakker worden is het helaas bewolkt, maar het zonnetje doet wel zijn best om er doorheen te komen. Zoals gewoonlijk rijden we weer tegen half 10 de camping af. Vandaag rijden we naar Digby Neck, wat een schiereiland is voorbij Digby.

Aangezien er niet zo heel veel wegen naar Digby leiden moeten we voor het eerst deze vakantie voornamelijk over de snelweg, het is totaal 180 km rijden waarvan we er 150 over de snelweg moeten. De snelweg heeft niet bepaald onze voorkeur, want je ziet zo verrekte weinig van de omgeving. Wel rijdt het lekker door waardoor we na een koffiestop om kwart voor een op de camping aankomen.

We mogen van de dame van de camping zelf een plek uitzoeken en ze leidt ons over de camping. Er zijn een aantal plaatsen al besproken dus wij kiezen voor plaats nummer 11. We eten eerst even een broodje en besluiten daarna om richting het uiteinde van het schiereiland te rijden, vanaf daar de pont naar Long Island te nemen. Dit eiland rijden we dan weer helemaal af om de pont naar Brier Island te kunnen nemen. De campingdame vertelde ons namelijk dat je op dit eiland de meeste kans hebt om walvissen te spotten en dan vooral vanaf het Northern Point.

De eerste pont is 10 minuutjes rijden en er staat op het informatiebord dat hij elke keer om half gaat. Wij komen rond 13.50 uur aan en zijn dus de eerste van de rij, we wachten rustig aan. Terwijl we aan het wachten zijn komt er een ander bootje voorbij varen, voor de boot zwemmen een drietal dolfijnen! We zijn elke keer te laat om een foto ervan te kunnen nemen, maar we zien ze voor de boot uitzwemmen. Gaaf gezicht!

Om 14.15 uur mogen we de pont op en als hij vol is gaan we al, niks elke keer om half gaan we varen… De overtocht is $7 en terug hoef je dan niet te betalen. We zijn binnen 5 minuten op Long Island. En zoals de naam doet vermoeden is dit eiland langwerpig, goh verrassend… Het eiland zelf is niet heel bijzonder, het staat vooral vol met heel veel bomen en hier en daar een verdwaald huisje. Wel is er aan de kust nog Balancing Rock, wat een grote steen is waarvan lijkt alsof hij elk moment het water in kan vallen. We rijden hier eerst aan voorbij, misschien dat we later nog tijd hebben om hierheen te gaan.

Aan de andere kant van het eiland nemen we pont naar Westport wat op Brier Island ligt, we betalen weer $7 en zijn nu binnen 10 minuutjes aan de overkant. Ook hier hadden ze een bepaald vaarschema, maar dat wordt overboord (haha!) gegooid op het moment dat er veel auto’s te wachten staan. Op het eiland gaan we meteen rechtsaf en rijden we door tot aan de vuurtoren.

De vuurtoren is de kleinste die ik ooit heb gezien, als we het dan hebben over echt werkende vuurtorens en niet over beeldjes o.i.d. De lamp van de vuurtoren is aan en hij draait heel langzaam rond. Aan de linkerkant van de vuurtoren start er een wandelroute naar Seal Cove. Hier leven het gehele jaar door wel 300 zeehonden hebben we gelezen in de informatiefolder van de camping.

De wandelroute brengt ons via kleine paadjes in de richting van Seal Cove, tijdens het wandelen zien we heel in de verte zodiacs varen. De zodiacs zijn van de walvis trips die je in verschillende dorpjes kunt boeken, wij hebben ervoor gekozen om niet met zo’n zodiac te gaan. Ten eerste is het vrij prijzig en ten tweede heb je geen garantie op het zien van een walvis. Het kan dus zomaar zijn dat je 3 uur lang op een rubberbootje zit en nóg geen walvis hebt gezien…

Als we in de richting van de zodiacs kijken zien we daar vlakbij tóch een walvis zwemmen, we zien een vin en het water omhoog gaan veroorzaakt door het blaasgat. Natuurlijk is dit nog ver weg, maar we weten inmiddels wel hoeveel invloed de getijden hebben op de waterstand en hoe ver een walvis dus uit de kust zal blijven.

We lopen rustig aan verder en horen op een gegeven moment de zeehonden en zien ze liggen op de stenen in het water! Sommige liggen met z’n tweeën en anderen alleen of met nóg veel meer bij elkaar. Er zwemmen er ook nog een heel aantal om de stenen heen en een herrie dat ze maken! Als we tellen zijn het er zo wel 100 bij elkaar! Tof om ze zomaar tegen te komen. We blijven dan ook een tijdje zitten op een grote rots en genieten van het uitzicht. De zeehonden zwemmen rustig rondjes om de rotsen, komen soms op de rotsen of gaan juist het water in. En er zijn er vooral een heel aantal die lekker lui op de rots blijven liggen. We kunnen zien dat het water omhoog komt, want de zeehonden komen steeds meer in het water te liggen.

Na een tijdje beginnen we onze tocht terug in de richting van de camper, wanneer we hier aankomen gaat over een kwartiertje de pont weer terug naar Long Island. We besluiten om die te nemen en om daarna ook de pont terug te nemen naar het vaste land. We hadden graag nog bij Balancing Rock gekeken, maar de wandelroute daarheen is 2,5 kilometer enkele reis. Dus met ook wat rondkijken ben je zo 2,5 uur kwijt, het is inmiddels al 16.30 uur dus dat vinden we wat te laat worden dan. We nemen dan ook de boot van 17.00 uur terug naar het vaste land.

Deze twee keren gingen de ponten wel op het tijdstip waarop ze horen te varen en met de tweede pont waren we de laatste die erop mochten. We zijn tegen half 6 terug op de camping, eten wat en lopen na het eten nog even richting de Bay of Fundy. Volgens de campingdame is dit 10 minuten lopen, laten we het erop houden dat dat klopt als je je hardloopschoenen aantrekt en gaat hardlopen. Maar ach we vinden een wandelingetje niet erg... Aan de baai zie ik af en toe nog een vinnetje omhoog komen, maar van wat zien we niet zo goed. Verder is het erg rustig op het water en kunnen we de overkant niet eens zien. Vanaf hier is het zo’n 35/40 kilometer naar de overkant, genoeg plek dus waar die walvissen zich kunnen verstoppen.

We begrijpen wel later van de campingdame dat de walvissen vooral in augustus dicht bij de kust te zien zijn, dus eigenlijk zijn we gewoon te vroeg in het seizoen en moet je nu heel veel mazzel hebben wil je ze goed kunnen zien….

Wij zijn in ieder geval al blij met het zien van de zeehonden bij Seal Cove!
 

Foto’s

1 Reactie

  1. Menno:
    24 juni 2018
    Klinkt toch een beetje als 'we gaan op puffin jacht, maar ze zijn al weg'.... kwestie van voorbereiding zou je zeggen. Maar aan de andere kant, je moet blij zijn met wat je wel hebt gezien, ipv treuren over wat er niet was. Want belangrijker is dat jullie er nú zijn, dus moeten genieten van wat je nú ziet. En dat gebeurt volop, leuk! Zo'n zelfgevonden wilde walvis of een kudde (of roedel, vlucht, school, zwerm of hoe het heten mag) zeehonden (geen zeeleeuwen?) is hartstikke mooi. Lijkt ons een erg mooi gebied om door te reizen. Misschien wat spannender of afwisselender dan het binnenland, hoewel die steden langs de rivieren ook mooi en interessant waren.
    Leuk jullie nog even gesproken te hebben. En fijn dat Jette haar kunsten even kon vertonen. Staan vindt ze echt leuk, ze is reuzetrots (en wij ook) als ze zo staat te wiebelen. En het wordt steeds iets minder wiebelig. Geniet nog even van de laatste dagen, groeten aan Teresa natuurlijk!